Glasvezel groeit door, maar tempo vlakt af: DSL raakt uit beeld

Nederlandse huishoudens kiezen steeds vaker voor glasvezel, maar de snelle groei van de afgelopen jaren lijkt iets af te remmen. In het eerste kwartaal van 2025 koos 66 procent van de overstappers voor glasvezel. Dat is een stijging ten opzichte van 2024 en 2023, blijkt uit cijfers van Overstappen.nl . Tegelijkertijd verliezen DSL en kabel terrein, vooral vanwege beperkingen in snelheid en stabiliteit.

De vraag naar snel en betrouwbaar internet wordt steeds groter. Hierin speelt glasvezel een belangrijke rol, doordat het zowel hoge down- als uploadsnelheden biedt en minder gevoelig is voor verstoringen of netwerkdrukte. Uit de data is dan ook te zien dat het marktaandeel van glasvezel steeds groter wordt: in het eerste kwartaal van 2023 koos 54% van de overstappers voor glasvezel en in 2024 steeg dit al naar 63%. In 2025 is het aandeel glasvezel 66%.

Terwijl glasvezel populairder wordt, kiezen steeds minder mensen voor kabel of DSL. Vooral de lagere uploadsnelheid van kabel en de afstandsgevoeligheid van DSL maken deze technieken steeds minder aantrekkelijk. Daar komt bij dat het DSL netwerk de komende jaren wordt uitgefaseerd. Glasvezel biedt een stabielere verbinding, wat vooral voor mensen die hybride werken, online gamen of 4K-streamen zwaar meeweegt. Tegelijk is het logisch dat de groei van glasvezel iets afvlakt: op een gegeven moment is een groot deel van de huishoudens simpelweg al aangesloten op glasvezel.

De landelijke beschikbaarheid van glasvezel wordt steeds completer: in Nederland zijn er nu 8,3 miljoen glasvezelaansluitingen. Eind 2024 waren er volgens de ACM dan ook 3,09 miljoen actieve glasvezelabonnementen, terwijl dit in het derde kwartaal van 2024 nog 2,96 miljoen was en een jaar eerder 2,65 miljoen. Van de in totaal 7,83 miljoen internetaansluitingen wordt bijna 40% via glasvezel gerealiseerd.

Tegelijkertijd zet de daling van DSL zich voort: van 1,86 miljoen aansluitingen eind 2023 naar 1,53 miljoen eind 2024. Ook kabel kent een lichte afname, van 3,32 miljoen in 2023 naar 3,21 miljoen in het laatste kwartaal van 2024.