453.000 Nederlanders hadden in 2019 thuis geen internet
Van de inwoners van Nederland van 12 jaar of ouder heeft 3 procent thuis geen toegang tot internet. Vijf jaar eerder had nog 7 procent thuis geen internet. Dat blijkt uit het CBS-onderzoek ICT-gebruik van huishoudens en personen.
Het merendeel daarvan zijn 75-plussers. Maar nog altijd 17.000 Nederlanders zonder internet thuis hebben kinderen in de leeftijd van 5 tot 13 jaar. Personen in de leeftijd van 12 tot 45 jaar hebben (bijna) allemaal thuis internet.
Bij Nederlanders tussen de 65 en 75 jaar is het aandeel dat thuis geen internet heeft lager (6 procent) dan in 2014, toen dat nog 12 procent was. In de leeftijdscategorie 45 tot 65 had 1 procent thuis geen toegang tot internet.
Onder de 75-plussers zijn het vaker vrouwen dan mannen die thuis geen toegang hebben tot internet. In 2019 gaf 28 procent van de vrouwen en 16 procent van de mannen van 75 jaar of ouder aan nooit op het web te zitten. Ook van de 65- tot 75-jarigen zijn het vooral vrouwen die niet actief zijn.
Laagopgeleide 75-plussers horen vaker bij de niet thuis-internetters (33 procent) dan hoogopgeleide leeftijdsgenoten (3 procent). In de overige leeftijdscategorieën zijn het ook vooral de laagopgeleide Nederlanders die aangeven niet thuis op het web te kunnen surfen.
Het merendeel daarvan zijn 75-plussers. Maar nog altijd 17.000 Nederlanders zonder internet thuis hebben kinderen in de leeftijd van 5 tot 13 jaar. Personen in de leeftijd van 12 tot 45 jaar hebben (bijna) allemaal thuis internet.
Bij Nederlanders tussen de 65 en 75 jaar is het aandeel dat thuis geen internet heeft lager (6 procent) dan in 2014, toen dat nog 12 procent was. In de leeftijdscategorie 45 tot 65 had 1 procent thuis geen toegang tot internet.
Onder de 75-plussers zijn het vaker vrouwen dan mannen die thuis geen toegang hebben tot internet. In 2019 gaf 28 procent van de vrouwen en 16 procent van de mannen van 75 jaar of ouder aan nooit op het web te zitten. Ook van de 65- tot 75-jarigen zijn het vooral vrouwen die niet actief zijn.
Laagopgeleide 75-plussers horen vaker bij de niet thuis-internetters (33 procent) dan hoogopgeleide leeftijdsgenoten (3 procent). In de overige leeftijdscategorieën zijn het ook vooral de laagopgeleide Nederlanders die aangeven niet thuis op het web te kunnen surfen.
Geen opmerkingen: