Kostenreductie aanleg breedband vereist compleet beeld
Door de versnippering van zowel de aanleg- als het beheer van telecomnetwerken, bestaat een lacune in de kennis over het aantal ondergrondse telecomnetwerken dat in Nederland aanwezig is. Dat stelt de Fiber Carrier Association (FCA) naar aanleiding van het rapport “Ongebruikte telecomkabels- en voorzieningen” en de daarop gebaseerde brief aan de Tweede Kamer van minister Kamp van Economische Zaken van 9 februari jl.
Andrew van der Haar, directeur van de FCA, licht toe: “Binnenkort zal door de Tweede Kamer gestemd worden over de Wet Informatie-uitwisseling Bovengrondse en Ondergrondse Netten (WIBON), een wet die bedoeld is ter vervanging van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). Met de WIBON zal ook een Europese richtlijn geïmplementeerd worden die kosten voor de aanleg van breedband netwerken moet reduceren. In Nederland betekent dit onder meer dat de heffing van precario en de opruimplicht van beheerders wat betreft bijvoorbeeld mantelbuizen die langer dan tien jaar in de grond liggen en mogelijk geschikt zijn voor glasvezel, tegen het licht is gehouden. Het onderzoek dat daarvoor is uitgevoerd is gebaseerd op 15 openbare telecommunicatie netwerken, maar wij vragen ons als FCA af hoe representatief dat beeld is. De FCA heeft inmiddels al meer dan 60 netwerken in beeld gebracht.”
In het rapport wordt erkend dat het niet eenvoudig is om alle ondergrondse telecomnetwerken in kaart te brengen. De onderzoekers hebben zich daarom beperkt tot de grootste telecomaanbieders met ondergrondse netwerken. Van der Haar: “Het is heel goed dat dit onderzoek gedaan is en dat op basis van feiten gesproken kan worden over kostenreductie voor de aanleg van glasvezel. Maar gezien het feit dat een groot aantal ondergrondse netwerken niet is meegenomen in het onderzoek, vragen wij ons af of de minister en de Tweede Kamer nu wel een volledig beeld hebben van de problematiek. Wij hadden graag gezien dat in de verkennende fase meer partijen benaderd werden.”
Van der Haar vervolgt: “Wellicht dat een vollediger beeld en meer gedetailleerde informatie tot andere keuzes door de minister en de Kamer leidt. Nu zal de precarioheffing waarschijnlijk toch in enigerlei vorm in stand gehouden worden en kunnen beheerders van netwerken alsnog verzocht worden om ongebruikte kabels op te graven en te verwijderen. Dat is niet alleen kostbaar, maar met het oog op de zeer snelle ontwikkeling van de vraag naar glasvezel ook niet opportuun. We hebben in Nederland een unieke positie als digitale mainport en die kunnen we alleen behouden als we er voor zorgen dat onze digitale infrastructuur, waar glasvezelnetwerken een heel belangrijk onderdeel van uitmaken, de ruimte krijgt om zich ongehinderd te ontwikkelen.”
Andrew van der Haar, directeur van de FCA, licht toe: “Binnenkort zal door de Tweede Kamer gestemd worden over de Wet Informatie-uitwisseling Bovengrondse en Ondergrondse Netten (WIBON), een wet die bedoeld is ter vervanging van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION). Met de WIBON zal ook een Europese richtlijn geïmplementeerd worden die kosten voor de aanleg van breedband netwerken moet reduceren. In Nederland betekent dit onder meer dat de heffing van precario en de opruimplicht van beheerders wat betreft bijvoorbeeld mantelbuizen die langer dan tien jaar in de grond liggen en mogelijk geschikt zijn voor glasvezel, tegen het licht is gehouden. Het onderzoek dat daarvoor is uitgevoerd is gebaseerd op 15 openbare telecommunicatie netwerken, maar wij vragen ons als FCA af hoe representatief dat beeld is. De FCA heeft inmiddels al meer dan 60 netwerken in beeld gebracht.”
In het rapport wordt erkend dat het niet eenvoudig is om alle ondergrondse telecomnetwerken in kaart te brengen. De onderzoekers hebben zich daarom beperkt tot de grootste telecomaanbieders met ondergrondse netwerken. Van der Haar: “Het is heel goed dat dit onderzoek gedaan is en dat op basis van feiten gesproken kan worden over kostenreductie voor de aanleg van glasvezel. Maar gezien het feit dat een groot aantal ondergrondse netwerken niet is meegenomen in het onderzoek, vragen wij ons af of de minister en de Tweede Kamer nu wel een volledig beeld hebben van de problematiek. Wij hadden graag gezien dat in de verkennende fase meer partijen benaderd werden.”
Van der Haar vervolgt: “Wellicht dat een vollediger beeld en meer gedetailleerde informatie tot andere keuzes door de minister en de Kamer leidt. Nu zal de precarioheffing waarschijnlijk toch in enigerlei vorm in stand gehouden worden en kunnen beheerders van netwerken alsnog verzocht worden om ongebruikte kabels op te graven en te verwijderen. Dat is niet alleen kostbaar, maar met het oog op de zeer snelle ontwikkeling van de vraag naar glasvezel ook niet opportuun. We hebben in Nederland een unieke positie als digitale mainport en die kunnen we alleen behouden als we er voor zorgen dat onze digitale infrastructuur, waar glasvezelnetwerken een heel belangrijk onderdeel van uitmaken, de ruimte krijgt om zich ongehinderd te ontwikkelen.”
Geen opmerkingen: