Wi-Fi loopt binnenkort tegen grens aan
Wifi, de bekende standaard
voor draadloos internet, loopt technisch tegen zijn grenzen aan. Met name in
drukke omgevingen, met veel verschillende netwerken en meerdere apparaten die
gebruik maken van draadloos internet, daalt de efficiëntie sterk. In sommige
gevallen zelfs tot onder de 20 procent. Dit blijkt uit verkennend onderzoek van
het onderzoeksinstituut CTIT van de Universiteit Twente in opdracht van
Agentschap Telecom. Door de toenemende vraag naar bandbreedte zal de efficiëntie
van Wifi in de toekomst waarschijnlijk verder dalen. We moeten volgens de
onderzoekers daarom nadenken over een nieuwe Wi-Fi-standaard.
In de praktijk haal je met een draadloze internetverbinding (Wifi) bijna nooit de snelheid die op de verpakking van je router staat. Een snelheid die in de praktijk de helft lager uitvalt dan de geadverteerde snelheid, is eerder regel dan uitzondering. Volgens onderzoeker Roel Schiphorst van het onderzoeksinstituut CTIT van de Universiteit Twente is de voornaamste reden hiervoor dat de technologie sinds de introductie van de Wifi-standaard in de jaren tachtig niet wezenlijk meer is gewijzigd, terwijl er steeds meer draadloze netwerken actief zijn en er steeds meer apparaten in omloop zijn die gebruik maken van Wifi-verbindingen. “Wifii is een inefficiënte manier van communiceren geworden. Nu de band steeds drukker wordt, komen er waarschijnlijk steeds meer problemen,” aldus Schiphorst. Volgens Taco Kluwer van Agentschap Telecom, opdrachtgever en mede-onderzoeker, “is het één van onze taken om op deze manier het spectrum te monitoren en hierover te rapporteren. Het is van belang dat fabrikanten gaan onderzoeken hoe de Wifi standaard in drukke scenario’s kan worden verbeterd. Op die manier kunnen we nog lang gebruik maken van deze mooie technologie.”
Als er ergens veel draadloze netwerken actief zijn, of als er veel apparaten aanwezig zijn die hier gebruik van maken, dan daalt voor elk netwerk de efficiëntie. De reden hiervoor is dat hoe meer apparaten tegelijkertijd gebruik maken van een netwerk, en hoe meer netwerken er actief zijn, hoe meer bandbreedte gebruikt wordt voor verschillende controlemechanismes, in plaats van voor daadwerkelijk dataverkeer. In een drukke omgeving kan de bandbreedte die gebruikt wordt voor het daadwerkelijk verzenden van data teruglopen tot minder dan 20 procent. Dit blijkt uit het onderzoek dat is uitgevoerd door Jan-Willem van Bloem en Roel Schiphorst verbonden aan de leerstoel Signals & Systems van de Universiteit Twente (die geleid wordt door professor Kees Slump) en door Taco Kluwer van Agentschap Telecom. Het onderzoek vond plaats in opdracht van Agentschap Telecom. De resultaten worden binnenkort gepubliceerd in het tijdschrift: Journal of Green Engineering, Special Issue on Cognitive Radio.
In de praktijk haal je met een draadloze internetverbinding (Wifi) bijna nooit de snelheid die op de verpakking van je router staat. Een snelheid die in de praktijk de helft lager uitvalt dan de geadverteerde snelheid, is eerder regel dan uitzondering. Volgens onderzoeker Roel Schiphorst van het onderzoeksinstituut CTIT van de Universiteit Twente is de voornaamste reden hiervoor dat de technologie sinds de introductie van de Wifi-standaard in de jaren tachtig niet wezenlijk meer is gewijzigd, terwijl er steeds meer draadloze netwerken actief zijn en er steeds meer apparaten in omloop zijn die gebruik maken van Wifi-verbindingen. “Wifii is een inefficiënte manier van communiceren geworden. Nu de band steeds drukker wordt, komen er waarschijnlijk steeds meer problemen,” aldus Schiphorst. Volgens Taco Kluwer van Agentschap Telecom, opdrachtgever en mede-onderzoeker, “is het één van onze taken om op deze manier het spectrum te monitoren en hierover te rapporteren. Het is van belang dat fabrikanten gaan onderzoeken hoe de Wifi standaard in drukke scenario’s kan worden verbeterd. Op die manier kunnen we nog lang gebruik maken van deze mooie technologie.”
Als er ergens veel draadloze netwerken actief zijn, of als er veel apparaten aanwezig zijn die hier gebruik van maken, dan daalt voor elk netwerk de efficiëntie. De reden hiervoor is dat hoe meer apparaten tegelijkertijd gebruik maken van een netwerk, en hoe meer netwerken er actief zijn, hoe meer bandbreedte gebruikt wordt voor verschillende controlemechanismes, in plaats van voor daadwerkelijk dataverkeer. In een drukke omgeving kan de bandbreedte die gebruikt wordt voor het daadwerkelijk verzenden van data teruglopen tot minder dan 20 procent. Dit blijkt uit het onderzoek dat is uitgevoerd door Jan-Willem van Bloem en Roel Schiphorst verbonden aan de leerstoel Signals & Systems van de Universiteit Twente (die geleid wordt door professor Kees Slump) en door Taco Kluwer van Agentschap Telecom. Het onderzoek vond plaats in opdracht van Agentschap Telecom. De resultaten worden binnenkort gepubliceerd in het tijdschrift: Journal of Green Engineering, Special Issue on Cognitive Radio.
Geen opmerkingen: